Ervaringen uit de praktijk

Het ISO staat genuanceerd in het debat over studiedata

Draagt een dashboard met inzichten over je studieverloop bij aan je welzijn? Zijn voorspellingen over je studiesucces een absolute no-no? Het zijn moeilijke vragen om in hun algemeenheid te beantwoorden, vinden ze bij het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO). Het gaat bij studiedata juist om de context en de afwegingen die daarbinnen worden gemaakt.

Tekst: Marjolein van Trigt

Vanaf de start van het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT vertegenwoordigen het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) de stem van de studenten in het Versnellingsplan. Het afgelopen jaar nam Sam de Fockert namens het ISO plaats in de stuurgroep van het Versnellingsplan. Na zijn bachelor Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam volgde Sam een master International Public Management and Public Policy aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hier kwam hij voor het eerst op bescheiden schaal in aanraking met de inzet van studiedata; hij kon zien hoe hij presteerde ten opzichte van de andere cursisten.

‘Als je een goed presterende student bent, motiveert dat wel. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat een positieve benadering de beste motivator is. Als jij steeds meekrijgt dat je de minst presterende cursist bent van jouw jaar, hoe gaat die wetenschap jou dan helpen? En welke gevolgen heeft dat voor je mentale welzijn?’

Prestatiedruk

De opmerking typeert zijn wat ambivalente blik op de inzet van studiedata. Het ISO is alert op alles wat prestatiedruk in de hand werkt. ‘Er is wel iets te zeggen voor het bieden van meer inzicht in je leerproces,’ zegt Sam. ‘Aan concrete verbetermogelijkheden heb je meer dan aan alleen cijfers. Maar het is belangrijk welke afwegingen worden gemaakt. Het risico is dat er alleen nog in het kader van studiesucces naar wordt gekeken, terwijl wij juist pleiten om breder te kijken naar studentsucces.’

Onzin of een zegen?

Het onderwerp leeft onder studenten, merkt hij. Onlangs was Bram Enning, de aanvoerder van de Versnellingszone studiedata, te gast bij het ISO om met studenten te praten over de kansen en uitdagingen van studiedata. Er ontstond een discussie over een fictieve studiebegeleider die studenten opbelt omdat ze twee weken niet zijn ingelogd in de digitale leeromgeving. Is dat een goede ontwikkeling?
‘Er tekende zich een duidelijke tweedeling af,’ zegt Sam. ‘Er was een groep die zich afvroeg waar de instelling mee bezig was en waarom ze überhaupt zouden moeten monitoren of iemand wel genoeg inlogt. Maar er was ook een groep die het wel fijn vond dat de instelling bezig is met het welzijn van studenten en checkt of het wel goed gaat. Voor hetzelfde geld gaat het helemaal niet goed en heeft de student hulp nodig.’

Data op straat

Er liggen kansen, ziet het ISO, mits goed wordt onderbouwd welke keuze worden gemaakt en als studenten daarover goed worden geïnformeerd. In het algemene standpunt over digitalisering pleit het ISO er uiteraard voor dat de privacy van studenten moet zijn gewaarborgd. ‘Wij hebben meegedacht over het Referentiekader privacy en ethiek voor studiedata, waarin staat dat niet alles wat wettelijk is toegestaan ook wenselijk is,’ zegt Sam. ‘Dat is een belangrijke. Nog afgezien van wat de instelling van je weet, kunnen je gevoelige gegevens ook in verkeerde handen komen. Ik geloof echt wel dat instellingen proberen om hun data zo goed mogelijk te beveiligen, maar jammer genoeg kan het onderwijs de veiligheid niet altijd waarborgen, zo bleek bij de hack op Maastricht University. Wat gebeurt er als onze data op straat komen te liggen?’

Vertekend beeld

Het valt hem op dat studenten behoefte hebben aan meer regie op hun data. Ze willen weten wat de instelling van ze weet en wat er met die data gebeurt. Zomaar toestemming geven voor het delen van data doen ze liever niet. Ook dat is overigens wel iets waar het ISO genuanceerd tegenaan kijkt. Sam legt uit: ‘Een actieve, ambitieuze student is misschien eerder geneigd om toegang tot zijn data te verlenen dan iemand die meer op de achtergrond acteert, terwijl die tweede misschien net zo goed ondersteuning nodig heeft. Het levert ook een vertekend beeld op als alleen ambitieuze studenten meedoen aan een onderzoek. Maar als die student nu eenmaal niet wil dat zijn data wordt gedeeld… Dat is waar wij mee worstelen. Wat is daarin de juiste keuze?’

Open gesprek

In ieder geval is er een open gesprek met studenten nodig, vindt het ISO. De student moet goed betrokken worden in het proces en kunnen meedenken over de invulling van het gebruik van studiedata. Dat vraagt ook een open èn kritische houding van de student in kwestie. Een interview met een studente die graag data over haar slaap, stemming en gezondheid wil integreren in de studiedata-analyses, roept gemengde gevoelens op bij het ISO. ‘Je deelt heel persoonlijke zaken met de instelling. ‘Waar ligt de grens?’ vraagt Sam zich af. ‘Aan nieuwe technologie raken we gewend. Twintig jaar geleden waren bepaalde dingen er niet doorheen gekomen, die nu wel zijn gebeurd. Het is dus zaak om nu goed na te denken wat dit over twintig jaar kan betekenen.’

 

 

Meer ervaringen uit de praktijk

Interview met bestuurder Wijnand van den Brink

Lees verder

Interview met studenten Frederique Veenstra en Vincent Plompen

Lees verder

Interview met projectmanager Jan Tjeerd Groenewoud

Lees verder

‘Een actieve, ambitieuze student is misschien eerder geneigd om toegang tot zijn data te verlenen dan iemand die meer op de achtergrond acteert, terwijl die tweede misschien net zo goed ondersteuning nodig heeft.’