Ervaringen uit de praktijk

'Studiedata zou zowel de student als de docent moeten helpen bij de ondersteuning van het studentsucces.’

TEKST: MARJOLEIN VAN TRIGT

Wijnand van den Brink is lid van het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam en voorzitter van de programmastuurgroep ‘Sturen op Informatie’. Hij ziet veel meerwaarde in de inzet van studiedata bij strategische vraagstukken met betrekking tot vastgoed en IT.

Waarom zet Hogeschool Rotterdam in op studiedata?

‘Primair zetten we studiedata in voor het meten van het studiesucces en de studievoortgang van onze studenten. Onderwijsinnovatie pakken we evidence-informed aan. Studiedata kunnen helpen om de juiste beslissingen te maken.

Studiedata Wijnand van den Brink Hogeschool Rotterdam bestuurderSecundair gebruiken we studiedata om meerjarig strategische besluiten te nemen over onder meer vastgoed en IT. Door het niet uitvoeren van het bindend studieadvies (BSA) hebben dit jaar 2400 studenten besloten om met minder dan het vereiste aantal studiepunten toch door te gaan met de studie. Ook op een hogeschool met 40.000 studenten is dat een aanzienlijk aantal. Met het oog op de planning, de inzet van middelen en de toekomstige financiering hebben we er een aantal scenario’s op gemaakt: wat als deze studenten wel of niet doorstromen, of over twee jaar nog vertrekken, of zeven of acht jaar over de studie doen? Dat zijn typisch doorrekeningen die je maakt met studiedata. Ik vind deze toekomstgerichte toepassing van studiedata zeer waardevol.’

Wat is de grootste uitdaging bij de inzet van studiedata?

‘Aangezien we in Rotterdam zitten, vormen de studenten op school een afspiegeling van de Rotterdamse samenleving. We willen graag zien welke studenten expliciet moeite hebben met de studie. In het verleden bleek bijvoorbeeld dat maar acht procent van de jongens met een mbo-achtergrond en een migratieachtergrond die voor het eerst aan een hbo-opleiding begonnen, het diploma haalt. Tegenwoordig mag een eventuele migratieachtergrond niet meer worden geregistreerd, maar daarmee is het probleem niet weg.

De vraag is hoe je die data gebruikt. Als je het alleen maar meet om het te weten, kun je het net zo goed laten. Maar als je het meet zodat je er in de onderwijsvisie rekening mee kunt houden, kun je wellicht een onderwijsaanpak gebruiken die ze meer aanspreekt en ze daarmee over de eindstreep trekken.

Momenteel willen we graag weten of online leren voor alle doelgroepen even effectief is. We hebben niet de indruk dat we DUO kunnen bewegen om alsnog die cijfers te overhandigen, maar het is wel onderdeel van gesprek bij de Vereniging Hogescholen. Wij vinden dat er nog eens goed naar gekeken moet worden.’

Wat is de rol van een bestuurder bij de inzet van studiedata?

‘Het bestuur moet onderzoek stimuleren over de wijze waarop het beschikbaar stellen van studiedata aan studenten hen kan ondersteunen in het studieproces, zeker met het oog op flexibilisering. In samenwerking met docenten en studenten zetten wij daar beeldvorming over neer en vervolgens bepalen we welke investeringen we maken. Onze rol is met name het sturen van innovatie met behulp van een toekenning van middelen.’

Hoe staan docenten van Hogeschool Rotterdam tegenover studiedata?

‘Docenten zijn eager om studiedata van studenten te benaderen. Als studieloopbaancoach is het handig om in meer detail te kunnen zien hoe het een student vergaat. Docenten willen ook graag zien waar het effect zit  van interventies die ze hebben gedaan. Daar wordt het interessant. Als bestuur voeren we het gesprek over hoe ver we daarin gaan. Wat is openbare informatie voor docenten en waar moeten studenten eerst toestemming voor geven?’

Waar bent u het meest trots op?

‘Een paar jaar geleden heeft een lector van ons uitgebreid onderzoek gedaan naar de effecten van het stellen van een BSA op zestig studiepunten. Aan de hand van studiedata is aangetoond dat het inderdaad een positief effect heeft, zowel op doelgroepenniveau als op algemene voortgang van studenten. Vanwege die wetenschappelijke onderbouwing kijken wij met scepsis naar de motie om het BSA af te schaffen.’

Wat zou de ideale manier zijn om studiedata te benutten?

‘Je zou willen dat studiedata zowel de student als de docent helpen om het studentsucces te ondersteunen. Binnen de hogeschool switcht zo’n 25 procent van de studenten van opleiding of van instelling. Op dit moment is het al lastig om een student te volgen die van opleiding wisselt. Met een soort studiepaspoort, uiteraard voorzien van privacy- en veiligheidswaarborgen, zouden we studenten beter kunnen volgen. Als je daar stappen in kunt zetten door die data goed te analyseren, kunnen we die studenten misschien ook beter begeleiden. Daarmee verschuift de focus van de instelling van studiesucces naar studentsucces en dat is heel waardevol voor studenten.’

Meer ervaringen uit de praktijk

Interview met projectmanager Jan Tjeerd Groenewoud

Lees verder

Interview met studenten Frederique Veenstra en Vincent Plompen

Lees verder

Interview met beleidsadviseur en onderzoeker Theo Nelissen

Lees verder

‘We willen we graag onderzoeken of online leren voor alle doelgroepen even effectief is.’