Ervaringen uit de praktijk

'Gebruik studiedata om competenties, autonomie en verbondenheid te vergroten'

TEKST: MARJOLEIN VAN TRIGT

Maciej Szymanowski is universitair hoofddocent marketing aan de Rotterdam School of Management (RSM) van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij wil studiedata inzetten om te zorgen dat studenten zich voldoende uitgedaagd, autonoom en verbonden voelen.

Foto van Maciej Szymanowski

‘We zitten pas aan het begin van wat er mogelijk is met studiedata. Ik ben hoofdonderzoeker bij twee platforms voor online leren bij RSM: de ene is gericht op persoonlijke ontwikkeling en de andere op het voorbereiden van masterthesis-projecten. In mijn les laat ik studenten een persoonlijkheidstest doen en toon ik hoe ze scoren ten opzichte van hun medestudenten. Ook voerden we een pilot uit met een algoritme dat teams vormde op basis van persoonlijkheidskenmerken. Achteraf kregen de studenten pas te horen dat het algoritme de verschillen binnen de teams zo groot mogelijk maakt. Uit een tekstanalyse van de debrief die ze na afloop deden, bleek dat het meest gebruikte woord ‘anders’ was. Dat was precies het leerdoel, om ze te laten realiseren hoe ze van elkaar verschillen en hoe dat doorwerkt in hun werkhouding.

Techniek en didactiek

Online leeromgevingen vormen het grootste obstakel voor datagedreven persoonlijke communicatie met studenten. Ze zijn ingericht op basis van de principes van campusonderwijs: één persoon communiceert met velen. Het is een uitdaging om een dashboard te ontwerpen dat niet alleen technisch werkt, maar dat ook zo min mogelijk drempels opwerkt om met interventies aan de slag te gaan. Je wil niet de hele online leeromgeving nabootsten, maar je wil ook niet dat ze eindeloos moeten doorklikken om de extra oefening te vinden die je op basis van hun studievoortgang voor ze in gedachten hebt.

Een andere uitdaging ligt in de didactiek. We weten uit de zelfdeterminatietheorie hoe extrinsieke motivatie geïnternaliseerd kan worden. Het omgekeerde kan echter ook. De data die wij tonen, kunnen studenten verleiden om dingen te doen puur voor de nummertjes. Dan wordt het onderwijs minder betekenisvol, het tegenovergestelde van wat we willen. Dat is een probleem.

Data voor competenties

Op beide fronten, online leeromgevingen en didactiek, is veel werk te verrichten. Gelukkig bestaat er al veel diepe kennis over het didactische proces. Zo is een belangrijk didactisch principe het aanboren van al bestaande kennis. Data kunnen een student en een docent laten zien welke kennis al aanwezig is, waar gaten zitten en waar misschien sprake is van onjuiste kennis. Die data kunnen docenten gebruiken om een cursus aan te passen als blijkt dat er op een bepaald gebied kennis ontbreekt. Heeft slechts een enkeling een kennishiaat, dan is die persoon wellicht te motiveren met een tekst als: ’95 procent van de groep weet hier al meer van, jij nog niet, hier is een link om je bij te lezen.’

Uitdagen, maar niet te veel

Studenten moeten zich uitgedaagd voelen, maar wel op zo’n manier dat ze weten dat ze het kunnen. Ze moeten niet het idee krijgen dat een Big Brother keuzes voor ze maakt. We moeten studiedata juist inzetten om hun autonomie te vergroten. ‘Je slaat een deel van de tekst over, maar we zien dat 90 procent van de lezers die dit stuk overslaat later terugkomt’ – dat is een indicatie dat je beter kunt doorlezen, maar de keuze is aan jou.

Sociale connecties vormen

Tot slot kunnen studiedata helpen om het gevoel van verbinding tussen studenten te vergroten, zeker nu al het onderwijs online plaatsvindt. Je voelt je beter als je weet dat anderen net zo lang over een moeilijke opdracht doen als jij. En we kunnen data gebruiken om sociale connecties te vormen, zoals wij in onze pilot hebben gedaan. Uit zichzelf werken studenten graag samen met mensen die op hen lijken, maar we weten dat ze tot betere leeruitkomsten en meer kennis en vaardigheden komen in een meer gemixt team. Ook kunnen we ze in contact brengen met studenten die misschien niet hetzelfde vak volgen, maar die mogelijk bij ze passen op basis van hun waarden en interesses. De universiteit als een Tinder voor vriendschap, waarom niet?’

Interview met studenten Frederique Veenstra en Vincent Plompen

Lees verder

Interview met onderzoekers Chris van Klaveren en Ilja Cornelisz

Lees verder

Interview met teamleider Theo Bakker

Lees verder

‘Je voelt je beter als je weet dat anderen net zo lang over een moeilijke opdracht doen als jij’