Daan Dekker is student Bedrijfskunde aan de Hanzehogeschool Groningen. Hij is voorstander van meer inzet van studiedata in het onderwijs, zolang er goed wordt gecommuniceerd waarvoor de data worden gebruikt.
‘Als studenten Bedrijfskunde een cijfer krijgen, zien we ook hoe we hebben gepresteerd ten opzichte van anderen. Dat is soms confronterend. Aan de andere kant, als ik zie dat maar vijf procent het beter heeft gedaan dan ik, dan geeft het voldoening. Toch heb ik niet de indruk dat het invloed heeft op mijn manier van studeren. Ik laat dat niet zo afhangen van prestaties van anderen. Ik heb ook geen inzicht in hoe zij leren.
Motiverende inzichten
Wat wel zinvol zou zijn, is het meten van de impact van een college, of de interesse in een vak. Ik kom zelf makkelijker door een studieboek heen als ik het college heb bezocht. De stof gaat dan meer leven. Als zich dat ook vertaalt in betere cijfers, zou het terug te zien moeten zijn in data-analyses. Dergelijke inzichten werken motiverend.
Voordeel voor studenten
Wat mij betreft mogen hogeronderwijsinstellingen best ver gaan met de inzet van studiedata. Ik vind het belangrijk dat onderwijs goed wordt ingericht en ik waardeer het als instellingen hun best doen om aan te sluiten op wensen van studenten. Studenten geven de instelling soms te makkelijk de schuld van wat er niet goed gaat, zonder te willen meewerken aan een verbeterplan. Als de inzet van studiedata het onderwijs verbetert, dan moet je daar wat mee. Wel is belangrijk om te weten waarvoor je data worden gebruikt. We zijn te snel geneigd om een pop-up met een verzoek om je data te gebruiken vanzelfsprekend af te wijzen. Daarom is het nodig om studenten goed voor te lichten en mee te nemen over het gebruik van hun data, zodat ze inzien dat het in hun voordeel kan zijn.’