Datagedreven werken

Veilig en betrouwbaar benutten van studiedata

Waarom

Wie zou het niet willen? Verbetering van onderwijs, begeleiding en beleid op basis van feiten in plaats van N=1? Er zeker van zijn dat richtinggevende en ambitieuze beleidsplannen en -voornemens echt effect hebben gehad? Dat de inrichting van het onderwijs ook nog eens efficiënt is geweest? Maar vooral dat in de echte praktijk de kwaliteit van het onderwijs aantoonbaar is verbeterd?

Wie

De voordelen voor de stakeholders zijn helder. Een bestuurder die kan sturen op managementinformatie en een goed verhaal heeft in het Haagse, de onderwijsdirecteur die dagelijks weet hoe zijn opleiding ervoor staat en wat de volgende stap kan zijn, de beleidsmedewerker die haar dossiers beheerst zowel vanuit haar expertise, als vanuit gerichte rapportages, dashboards en onderzoeken. De student die goed geïnformeerd zijn eigen keuzes wil en kan maken, de docent die weet wat zijn studenten echt leren en hoe zijn onderwijs daaraan bijdraagt, de studieadviseur die studenten kan adviseren vanuit haar ervaring en dat met historische studiedata kan onderbouwen. En tot slot de onderzoeker, die met een schat aan goed beschreven en valide studiedata, kan voortbouwen aan wetenschappelijk onderzoek. Wie zou het niet willen?

Waarmee

Een mooi ideaal, maar hoe pak je dit aan? De welwillende medewerker of docent is al snel gevonden en een pilot snel geregeld. Het blijkt ook nog succes te hebben! Meerdere bloemen bloeien op, maar een of twee jaar later zijn er andere prioritieten en sneuvelen initiatieven. Het nieuwe management begreep het nut er niet meer van, de collega’s gingen er niet voor lopen, de projectorganisatie viel weg, de aansturing en privacy waren nog onvoldoende uitgekristalliseerd, en de ontwikkelde software bleek niet goed op te schalen. Voor een duurzame ontwikkeling is er blijkbaar meer nodig, maar wat?

Van data naar inzicht

De ruwe data

Aan materiaal geen gebrek. Iedere instelling heeft zo zijn eigen, nog ruwe databronnen, die de sporen bevatten van de activiteiten uit het onderwijs en de organisatie daarvan. Administraties en leersystemen maken studiedata die steeds beter ontgonnen kunnen worden. Door zorgvuldig uit deze databronnen te putten, is het mogelijk om van data naar inzichten te komen. Niet alleen terug te kijken en geïnformeerd te zijn over wat er achter ons ligt, maar ook goed in te zien wat er nu speelt, te weten wat er waarschijnlijk zal gaan gebeuren en wat wijs is om te doen.

Ethische principes

Een willekeurige duik nemen in deze data kan interessant en verleidelijk zijn, maar is weinig efficiënt en moreel eigenlijk onverantwoord. De inzet van studiedata moet passen bij de identiteit en ambities van de instelling, de dromen en idealen van medewerkers, en de talenten en capaciteiten van studenten. Hoe eerder ethische principes voor het werken met studiedata worden vastgelegd en er helder is wat er met inachtneming van de privacy kan, des te sneller initiatieven kunnen doorgroeien.

Opschaling van projecten

Veel instellingen beginnen met kleine experimenten die van lieverlee worden opgeschaald. Het kan ook groter: studiedataprojecten die direct instellingsbreed worden uitgerold. Naarmate er meer databronnen worden aangeboord, neemt de complexiteit verder toe. Het wordt dan belangrijker om bronnen te combineren, heldere kaders af te spreken en – waar het kan – de verwerking verder te automatiseren, zonder daarbij de menselijke toets uit het oog te verliezen. Hoe groter de hoeveelheid en verscheidenheid aan databronnen waarvan gebruik wordt gemaakt, hoe intensiever ook de betrokkenheid van de privacy officer zal zijn die de richtlijnen van de AVG borgt.

Randvoorwaarden

Om de inzet van studiedata tot volle bloei te laten komen, moet er op verschillende plekken tegelijk beweging plaatsvinden. Een instelling die een strategische visie op papier heeft en de datahuishouding op orde, maar te weinig investeert in een cultuur waarin de waarde van data wordt ingezien of geen breed gedragen afspraken en procedures heeft, komt niet ver. Alle randvoorwaarden zijn van even groot belang en moeten op hetzelfde niveau komen om studiedata effectief in te zetten. Er is veel organisatie nodig, maar het levert uiteindelijk het meeste op.

Organisatieniveaus

  • 1

    Richten

    Dit is de strategische laag van een onderwijsinstelling. Op dit niveau wordt de koers bepaald. Vragen die centraal staan zijn: Wat willen we met ons onderwijs bereiken, waarom willen we dit bereiken, hoe kunnen dit bereiken en hoe meten we het succes? Begrippen die hierbij passen zijn visie, missie, doelen en prestatie-indicatoren.

  • 2

    Inrichten

    Dit is de tactische laag van een onderwijsinstelling. Op dit niveau wordt de koers vertaald naar de beste randvoorwaarden voor de uitvoering, maar worden de ambities ook getoetst aan de haalbaarheid van de werkpraktijk. Vragen die centraal staan zijn: Welke processen en sturing moeten we inrichten voor goed onderwijs? Wie doet wat wanneer? Wat zijn zinvolle indicatoren? Begrippen die centraal staan zijn: diensten, processen, procedures, taakverdeling, middelen en competenties.

  • 3

    Verrichten

    Dit is de operationele laag van een onderwijsinstelling: daar waar het onderwijs plaatsvindt en de doelen worden gerealiseerd. Monitoring hierop geven antwoorden op vragen als: Wat zijn de deelname aan het onderwijs? Wat zijn de studieresultaten? Wat is de tevredenheid van studenten? Wat is de kwaliteit van het onderwijs? In welke mate zijn de gestelde doelen bereikt?

Van data naar acties

Hoe komen we van data naar acties?

Data

De keten begint met gegevens, in het Latijn data. Laten we als voorbeeld het gegeven 6 nemen.

Informatie

Als we de context van dit gegeven kennen, wordt het informatie. Een 6 is als cijfer een voldoende, maar als het 6 studiepunten zijn de omvang van een vak.

Kennis

Kennis wordt het als we patronen ontdekken in de informatie, bijvoorbeeld dat studenten die beter scoren in wiskunde op de middelbare school vaker zo’n 6 halen.

Inzicht

Een inzicht ontstaat als we de kennis omzetten in mogelijke oplossingsrichtingen: wat is – op basis van de opgedane kennis – zinvol om te gaan doen, wat niet? Een bijspijkercursus in de zomervakantie, betere voorlichting over het belang van wiskunde voor sommige opleidingen, of selectie op dit vak aan de poort, of…?

Acties

De acties tot slot zijn de mogelijke oplossingen die we daadwerkelijk uitvoeren.